De drie belangrijkste aspecten van een energiezuinige woning zijn energie-efficiëntie, comfort en betaalbaarheid. Om deze doelen te bereiken, is het essentieel dat de woning luchtdicht is om ongecontroleerde en ongewenste luchtstromen te voorkomen. Het bepalen van de luchtdichtheid in gebouwen is een cruciale stap in het streven naar energie-efficiëntie. We behandelen hier verschillende methodes om de luchtdichtheid te bepalen, zowel voorafgaand aan de bouw als na de realisatie.
Methode 1: Berekenen van luchtvervangingen per uur (Qv10-methode)
De waarde voor de luchtdichtheid wordt uitgedrukt in Qv10, wat staat voor het aantal liter lucht dat per seconde per vierkante meter bij een drukverschil van 10 Pascal door de gebouwschil stroomt. Hoe lager deze waarde, hoe beter de luchtdichtheid van het gebouw.
De producten met een luchtdichtheidspredicaat van Zwaluw, zijn allemaal voorzien van een luchtdichtheidswaarde. Dit is de an-waarde die op het technisch documentatieblad staat. Deze waarde wordt uitgedrukt in m3/h.m. Of anders gezegd, het aantal liters lucht dat per strekkende meter aansluitvoeg kan ontsnappen per uur.
a. Som van de luchtdichte aansluitingen in de woning
Alle voegaansluitingen in het gebouw zijn bekend. Daar kun je de producten die over een an-waarde beschikken naast zetten. Vermenigvuldig dit met het aantal strekkende meters per type voegaansluiting. Dit geeft bij elkaar opgeteld de som van alle luchtdichte aansluitingen (∑C).
b. Het luchtverlies per kubieke meter per seconde
Aan de hand van de qv;10- of qv;50-berekening (respectievelijk 10 of 50 Pa), kunnen we bepalen met de ∑C wat het luchtverlies per kubieke meter per seconde is.
c. Het aantal luchtverversingen van de inhoud van de woning per uur
De laatste stap in het bepalen van de luchtdichtheid is: het luchtverlies per kubieke meter per seconde omrekenen naar m3/h en dit te delen door de inhoud van de woning. Dit resulteert in de ventilatievoud (N), het aantal luchtverversingen per uur van de inhoud van de woning. Een woning met een N ≤ 0,15/h wordt doorgaans gezien als een woning met een goede luchtdichtheid.

Advies
Uiteraard voorzien we je graag van goed advies bij deze berekeningen. Neem contact met ons op om de mogelijkheden voor jouw project te bespreken. Lees meer op:
Methode 2: ultrasone of thermografische scan
De ultrasoon pre-scan meet bij aanvang van de bouw de luchtdichtheid van de gekozen materialen in de thermische schil. Hiermee worden zogenaamde kieren in de schil opgespoord. De kierdichtheid van een woning is bepalend voor het energieverbruik en het comfort.
Minimale kosten
Het doel van de ultrasoon pre-scan is al in een vroeg stadium van het bouw- of renovatieproces onvolkomenheden in de kierdichting te lokaliseren. Door het uitvoeren van deze test is het mogelijk aanvullende werkzaamheden uit te voeren tegen minimale kosten. Achteraf kan dan een blowerdoortest uitgevoerd worden om de luchtdichtheid te meten. Dankzij de pre-scan is de kans van slagen van een blowerdoortest vele malen groter.
Bouwkundige thermografie
Een warmtescan is een thermografische opname met een speciale infraroodcamera van hoge kwaliteit. Woningbouwcorporaties krijgen zo een goed beeld van de staat van de huidige isolatie (nulmeting). Na uitvoering van isolatiemaatregelen kan men de kwaliteit van de uitvoering controleren, zoals ook opgenomen in het opleverprotocol. Het temperatuurverschil tussen binnen en buiten beïnvloedt de nauwkeurigheid van de metingen.
Methode 3: Blowerdoor-drukmetingen
Een veelgebruikte methode om de luchtdichtheid van een gerealiseerd gebouw te meten is de blowerdoortest, waarbij het gebouw onder druk wordt gezet om luchtlekken op te sporen.
Het gebouw wordt onderworpen aan zowel positieve als negatieve druk om zo de mate van luchtdichtheid te bepalen. Dit wordt gedaan door het meten van het aantal keren dat de lucht in de ruimte per uur vervangen wordt. Het ventilatievoud van een ruimte is het getal dat aangeeft hoeveel keer per uur de ruimte van verse lucht wordt voorzien.
Een ventilatievoud van 0,6 of hoger wordt vaak als criterium gehanteerd om lekken op te sporen. De overheid geeft standaard waarden om het luchtverlies in te voeren in de EPC in zowel dm³/s als dm³/s.m².
Testprocedure en berekening
De test wordt uitgevoerd met behulp van een frame dat is bedekt met zeildoek en voorzien van een ventilator. Dit frame is verbonden met een luchtdrukmeter die via een computerprogramma het luchtverlies berekent. Het resultaat van de test wordt weergegeven in N50, in m³/uur. Deze objectieve methode kan worden toegepast op zowel woningen als gebouwen, en er bestaan verschillende varianten van deze test, zoals de BlowerMaxi en BlowerMini tests, die beschikbaar zijn bij bedrijven, zoals Gevelscan. De meetmethode is vastgelegd in de NEN-EN 13829 norm.
De N50 wordt als volgt bepaald: N50 = (N50 overdruk + N50 onderdruk)/2.
Om het karakteristieke luchtdebiet te kunnen bepalen, dient de N50 gedeeld te worden door het oppervlak van het onderzoeksgebied: N50/A [m³/h,m²].
BlowerMaxi
De BlowerMaxi is uitermate geschikt om gebouwen tot ongeveer 440.000 m³ met één systeem (= nauwkeuriger) te testen. Voor grote gebouwen is dit de meest efficiënte methode om de luchtdichtheidsklasse te bepalen.
BlowerMini
De BlowerMini is uitermate geschikt voor het testen van prefab gebouwonderdelen. Deze methode wordt vaak gebruikt bij kleinere projecten of bij het testen van specifieke onderdelen van een gebouw.
Luchtdichtheidsklassen en Qv10-waarde: wat betekenen ze?
De waarde voor de luchtdichtheid wordt volgens NEN 2687 ingedeeld in verschillende luchtdichtheidsklassen. Deze classificatie geeft aan hoeveel lucht ongewenst door de gebouwschil ontsnapt bij een drukverschil van 10 Pascal (Qv10). Nederland kent vier klassen, waarbij klasse A voldoet aan het Bouwbesluit-niveau en klasse D staat voor het hoogste niveau van luchtdichtheid.
Overzicht klassen (A t/m D)
- Klasse A: Qv10 ≤ 0,6 dm³/s.m² (Bouwbesluit niveau)
- Klasse B: Qv10 ≤ 0,4 dm³/s.m² (Energiezuinig bouwen)
- Klasse C: Qv10 ≤ 0,2 dm³/s.m² (Zeer energiezuinig)
- Klasse D: Qv10 ≤ 0,15 dm³/s.m² (Passief bouwen niveau)
Bij de berekening van deze waarden speelt de dichtheid van lucht een rol. Deze wordt uitgedrukt in kilogram per kubieke meter en bedraagt op zeeniveau ongeveer 1,2 kg/m³ bij normale temperaturen.
Praktische tips om je huis luchtdicht te maken
Naast het berekenen en meten van luchtdichtheid zijn er verschillende manieren om de luchtdichtheid van je woning in de praktijk te verbeteren.
Kozijnen en inbouwdozen
- Maak kozijnen luchtdicht door flexibel purschuim aan te brengen en af te werken met coating
- Dicht kieren rond ramen af met zelfklevende foamtape en rol deze stevig aan
- Voorkom tocht door een inbouwdoos luchtdicht te maken via afdichting van de achterzijde
- Controleer eerst alle zichtbare kieren voordat je aan de slag gaat
Luchtdicht membraan & isoleren
- Breng luchtdicht membraan aan de binnenzijde van de isolatie ononderbroken aan
- Zorg dat het membraan alle aansluitingen tussen verschillende bouwdelen goed afdicht
- Luchtdicht isoleren van de dakconstructie door eerst alle kieren met flexibel schuim te vullen
- Gebruik speciale tape om doorvoeren door het membraan perfect af te dichten
Wat is luchtdicht bouwen?
Wil je uitgebreidere informatie lezen over luchtdicht bouwen? Lees dan dit kennisartikel, waar we het concept luchtdicht bouwen uitleggen en de vier pijlers (luchtdichtheid, thermische isolatie, slagregenkering, geluidsisolatie) toelichten.
Overzichtelijk en gebruiksvriendelijk assortiment
Onder de merknaam Zwaluw Luchtdicht Bouwen biedt Bostik een overzichtelijk en duidelijk assortiment. De verwerker heeft met één flexibele purschuim, één coating, één type buiten-tape en één type binnen-tape alles wat hij nodig heeft. Daardoor voorkom je bouwfouten.
Veelgestelde vragen over luchtdichtheid
De luchtdichtheid op zeeniveau bedraagt ongeveer 1,225 kg/m³ bij 15°C en 1,293 kg/m³ bij 0°C onder standaard atmosferische druk van 1013,25 hPa.
Luchtdichtheid is te vinden in BINAS tabel 12, waar de waarde van 1,293 kg/m³ wordt vermeld voor droge lucht bij standaardomstandigheden.