De juiste uitvoering van een beglazingssysteem in 5 stappen
Als we kijken naar de vier belangrijkste soorten (dubbele) beglazing en de vijf verschillende soorten afdichtingsmiddelen, komen we op een groot aantal mogelijke combinaties. In dit kennisartikel zetten we de belangrijkste uitgangspunten op een rij.
Bostik heeft een compleet assortiment voor elk type beglazingsproject met producten die ontwikkeld zijn volgens de Nederlandse beglazingsrichtlijnen. Als participant van Bouwend Nederland Werkgroep Glas zijn we nauw aangesloten bij de praktijk. We delen graag onze kennis en ondersteunen de glaszetter met advies.
Wat zegt de norm, wat betekent de CE-markering op het product en in welke 5 stappen breng je de beglazing juist aan?
De norm en de praktijkrichtlijn
Voor de uitvoering en constructie van beglazingssystemen zijn normen en richtlijnen van kracht: NEN 3576 en NPR 3577. Deze norm en praktijkrichtlijn zijn van kracht op:- het beglazen van gebouwen
- in nieuwe en bestaande kozijnen
- en in ramen en deuren van hout, metaal of kunststof
- met verticaal geplaatste, aan vier zijden opgelegde, rondom in de sponning gevatte ruiten
- met een oppervlakte van maximaal 5 m2 per ruit
- met een maximale stuwdruk van 1,6 kN/m2.
NEN 3576
NEN 3576-1:2012 is de Nederlandse nationale norm voor beglazing. Deze norm is van toepassing op alle soorten beglazingssystemen in bedrijfsgebouwen, woongebouwen, utiliteitsgebouwen, scholen en ziekenhuizen.NPR 3577
NPR 3577 is een Nederlandse Praktijkrichtlijn die aangeeft hoe men te werk moet gaan om aan de NEN-norm 3576 te voldoen. Deze richtlijn is ingevoerd in 1988 en is in november 2011 aangepast aan de huidige inzichten.De norm vereist dat de beglazing voldoet aan de eisen van NEN 3661 met betrekking tot water- en luchtdichtheid. Ook moet de beglazing zodanig zijn uitgevoerd dat er geen water in de sponning kan komen of dat het water dat toch binnenkomt, wordt afgevoerd.
Het is voor iedere glaszetter van belang om te weten wat deze norm aangeeft met betrekking tot afmetingen, afmetingen van kitvoegen, afstanden tussen spijkers of schroeven waarmee de glaslatten worden bevestigd, enz. Dit is niet alleen belangrijk om tot een goed eindresultaat te komen, maar is ook van belang bij eventuele schadegevallen, want als niet aan deze normen wordt voldaan, kan dit door opdrachtgevers of verzekeringsmaatschappijen als zodanig worden afgekeurd.
Systeem K voor natte beglazing
en systeem P voor droge beglazing
In de NPR worden twee afdichtingssystemen voor de beglazing genoemd:
- Systeem K (afdichting met elastische kit, ofwel natte beglazing)
- Systeem P (afdichting met rubberprofielen, ook wel droge beglazing genoemd)
CE-markering op producten
Op de beglazingsproducten van Bostik staat deze certificering vermeld op de koker en op het technisch specificatieblad. Dit is wat deze CE-normering precies betekent:De CE markering voor beglazingskitten is: EN 15651-2, type G
Kies altijd voor een product met de notificatie ‘CC’. Dit staat voor cold climat (koud klimaat).
Type | Bewegingsopvang | Klasse | Elasticiteitsherstel | Volumeverlies |
---|---|---|---|---|
G-CC 25LM | 25 De voeg kan een beweging van 25% opvangen |
LM lage modulus, dit is een wat zachtere kit |
Elasticiteitsherstel ligt boven de 70% | Volumeverlies tijdens uitharden ligt lager dan 10% |
G-CC 25HM | 25 De voeg kan een beweging van 25% opvangen |
HM hoge modulus, dit is een wat hardere kit |
Elasticiteitsherstel ligt boven de 70% | Volumeverlies tijdens uitharden ligt lager dan 10% |
G-CC 20LM | 20 De voeg kan een beweging van 20% opvangen |
LM lage modulus, dit is een wat zachtere kit |
Elasticiteitsherstel ligt boven de 60% | Volumeverlies tijdens uitharden ligt lager dan 10% |
G-CC 20HM | 20 De voeg kan een beweging van 20% opvangen |
HM hoge modulus, dit is een wat hardere kit |
Elasticiteitsherstel ligt boven de 60% | Volumeverlies tijdens uitharden ligt lager dan 10% |
Binnenbeglazing en buitenbeglazing
Ongeacht het type kozijn wordt het glas er als het ware in geklemd door het plaatsen van de glaslat. Bij een droog beglazingssysteem zorgt het rubberprofiel dat in het kozijn langs de glaslat is aangebracht, voor de juiste afdichting. Let er bij het toepassen van het droge beglazingssyteem op dat de rubberprofielen 100% spanningsvrij worden aangebracht. Is er sprake van overstrekken tijdens het aanbrengen dan bestaat het risico dat de profielen terug ‘krimpen’ naar hun originele lengte na plaatsing, met lekkage tot gevolg.Bij natte beglazingssystemen zorgen de juiste beglazingsband en beglazingskit voor een correcte elastische en duurzame afdichting tussen kozijn en glas & glas en glaslat.
Het verschil tussen een binnen- en buitenbeglazing is aan welke zijde de glaslat zit. Het meest gangbaar is om te kiezen voor een binnenbeglazing. Er wordt dus glas geplaatst van binnenuit. Binnenbeglazing is het meest veilig om inbraak te voorkomen. Het ‘insijpelen’ van water wordt voorkomen door op de onderdorpel het zogenaamde aluminium plaatsingsprofiel aan te brengen of door in het onderste deel van het kozijn ventilatieopeningen aan te brengen die de omtrekspeling van de beglazing met de buitenlucht verbinden. Deze openingen worden meestal onder een hoek van ongeveer 45 graden geboord, zodat eventueel water gemakkelijk kan weglopen.
Bij buitenbeglazing wordt het glas van buitenaf beglaasd en worden de glaslatten aan de buitenkant aangebracht en afgedicht. Om te voorkomen dat water via de buitenbeglazing de constructie binnendringt, schrijft de norm voor dat er "hielafdichtingen" onder de beglazing moeten worden aangebracht. Deze hielafdichtingen fungeren als waterstop en voorkomen dat water via de onderste glaslatten de constructie binnendringt.
Hielafdichting
Bij ‘binnenbeglazing’ in een houten, aluminium of kunststof kozijn is het plaatsen van een hielafdichting altijd noodzaak. In de NPR3577 lezen we onder item 3.20: ‘hielafdichting, een elastische kit, die bij binnenbeglazing als waterkering tussen glaslat en sponningbodem wordt aangebracht’.Verderop in de richtlijn bij paragraaf 5.2.3 wordt uitgelegd dat de hielafdichting bij een plaatsingshoogte tot 45 m behoort te worden aangebracht over de gehele onderzijde van de beglazing en tot een hoogte van 200 mm in de stijlen. Bij een plaatsingshoogte boven de 45 m behoort de hieldichting te worden aangebracht over de gehele omtrek van de beglazing. Daarbij wordt opgemerkt dat het beglazingssysteem behoort te voldoen aan de luchtdichtheidseisen van het Bouwbesluit. Afhankelijk van het beglazingssysteem en bij situaties met extreem hoge windbelasting kunnen aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn.
Wij adviseren om altijd een hielafdichting langs de gehele omtrek van de beglazing aan te brengen, in alle type kozijnen en ook bij plaatsing onder de 45 m. Dit verdient vanuit het oogpunt van luchtdicht bouwen de voorkeur, zodat luchtlekken en verlies van energie worden voorkomen. Uiteraard is het noodzakelijk om te ventileren, maar dan wel gecontroleerd, bijvoorbeeld door geavanceerde hvac-systemen of door het openzetten van een raam.
Een beglazingssysteem aanbrengen in 5 stappen
1. Voorbehandeling en hechttesten
Bij beglazing volgens systeem K hebben we meestal te maken met houten of stalen kozijnen die voorzien zijn van een of meerdere coatinglagen. Voor het beglazen moeten de ondergronden schoon, droog, vetvrij en minimaal +5°C zijn. Als er wassen of weekmakers in de coatingslagen van het kozijn aanwezig zijn, moet er vooraf een hechtingstest uitgevoerd worden met een kleine hoeveelheid kit die op de ondergrond wordt gespoten en na uitharding op hechting wordt beoordeeld. De kit zou zonder problemen goed moeten hechten aan deze coatings. De onderlinge verdraagzaamheid van alle gebruikte materialen (zoals steun- en stelblokjes, folies, tapes, coatings, verf en randafdichtingskitten) moet vooraf getest worden.2. Beglazingsband (Polyethyleenband)
Vervolgens is de eerste stap het aanbrengen van zelfklevend PE-band van de juiste dikte (minimaal 4 mm) en de juiste breedte. Het zelfklevende PE-band moet zowel in de sponning als op de glaslat aangebracht worden, zodanig dat voor de kitvoeg een minimale diepte overblijft van 6 mm. Let er bij het aanbrengen van de zelfklevende PE-band op dat deze spanningsvrij (niet uitrekken) en recht wordt aangebracht.3. Steunblokken
Op de onderdorpel brengt u twee wigvormige steunblokken aan voor de schuin aflopende onderdorpel bij buitenbeglazing. De blokken plaatsen op 1/4 van de breedte van de lichtopening, waardoor het glas spanningsvrij in de sponning komt te staan. Het glas op de steunblokken plaatsen en goed aandrukken op het zelfklevende P.E.-band dat in de sponning is aangebracht.4. Elastische kit aanbrengen
De voegen van minimaal 4 mm breed en 6 mm diep, zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde, vullen met de kit tot op het zelfklevende P.E.-band. De voeg moet hierbij geheel gevuld worden zonder luchtopsluitingen; hetgeen te controleren is door erop te letten dat de kit, tijdens aanbrengen, voor de spuitmond uitloopt. In voegen die onvoldoende zijn gevuld, is het risico groot dat de kit geen contact heeft gemaakt met de sponning/glaslat en daar dus ook niet op zal hechten. Zorg er ook voor dat de kitvoeg aan de buitenzijde voldoende afwaterend is aangebracht, zoals te zien in de detailtekening uit de NPR 3577. Voor de keuze van de juiste kit, hebben we een handige beglazingskitselector samengesteld.5. Afwerken
De overtollige kit kan afhankelijk van het gebruikte type droog of nat worden afgemest. Indien nat moet worden afgemest, gebruikt u hiervoor het beste een zeepwateroplossing van zuivere zeep. Indien de voegen met zeepwater worden afgemest, blijft een enigszins “vettige” laag achter op de ondergrond, die storend kan werken op de verflaag die later wordt aangebracht. Matige hechting of craqueleren van de verflaag kan dan het gevolg zijn. Voor het schilderen zal de ondergrond dan ook schoongemaakt moeten worden.Gebruik van stopverven
Voor nieuwbouwprojecten is de toepassing van stopverf niet gebruikelijk meer, maar er zijn nog steeds oudere gebouwen die in het verleden met stopverf werden beglaasd. Bij renovatie van deze objecten wordt de stopverfrand soms vervangen door een glaslat. Als de constructie het toelaat, wordt het enkele glas vervangen door isolatieglas. Andere objecten worden vaak afgedicht met dezelfde producten als voorheen.
Stopverf met of zonder verharder is voor dit doel nog steeds verkrijgbaar, maar kan alleen worden gebruikt voor enkel glas. Voor het afdichten van isolatieglas kunnen "stopverfvervangers" op basis van siliconen (Zwaluw SilStop) of MS polymeer (Zwaluw Monustop) worden gebruikt in plaats van de traditionele stopverf. Deze producten hebben een aanzienlijk betere hechting op het glas en op de sponning; ze zijn elastischer en niet gevoelig voor rimpelen of scheuren en harden uit. Ook in combinatie met speciale nieuwe soorten isolatieglas, ontwikkeld voor toepassing in oude smalle sponningen, is Zwaluw Monustop toepasbaar.
Keuze van de juiste kit
Voor de beglazing zijn een aantal elastische beglazingskitten te gebruiken. De keuze is afhankelijk van meerdere factoren, zoals bijvoorbeeld de eis voor overschilderbaarheid, het soort glas, enz. Op https://zwaluw.bostik.com/nl_NL/ vind je onze beglazingskitten en accessoires van het merk Zwaluw.
Om de keuze gemakkelijker te maken hebben we een productselector met de belangrijkste productkenmerken opgezet. Dit overzicht geeft aan welke soort kit voor welke toepassing het meest geschikt is.
DOWNLOAD DE PRODUCTSELECTOR BEGLAZINGSKITTEN