Merken en landen

Hoe bepaal je de juiste breedte en diepte van je kitvoeg?

Zowel aan de binnen- als buitenzijde van bouwconstructies komen voegen voor. Waar we tussen bijvoorbeeld kozijn en muren spreken van aansluitvoegen, worden tussen bijvoorbeeld betonplaten dilatatievoegen aangebracht. Zowel aansluitvoegen als dilatatievoegen dienen om te grote werking in de constructie op te vangen. De voegen hebben gemeen dat zij smaller en breder worden door werking van de constructie waarin zij zich bevinden. Deze werking kan onder andere veroorzaakt worden:

  1. Trillingen als gevolg van verkeersbelasting en machines.
  2. Doorbuiging van de constructie door windbelasting.
  3. Uitzetting en inkrimpen van bouwmaterialen door het opnemen en afstaan van vocht.
  4. Uitzetting en inkrimping van bouwmaterialen door temperatuurschommelingen (thermische uitzetting en krimp).

Al tijdens het ontwerp van een gebouw moet rekening gehouden worden met deze werking. Zowel de lengte van de constructiedelen als de breedte van de voegen moeten zodanig worden gekozen, dat overbelasting van het toe te passen afdichtingsmateriaal wordt voorkomen. In de meeste gevallen zal de grootste werking veroorzaakt worden door thermische uitzetting en krimp van de bouwmaterialen.

Werking van bouwmaterialen: uitzetting en krimp door temperatuurschommelingen

Alle bouwmaterialen hebben een eigen specifieke uitzettingscoëfficiënt, die in de technische handboeken kan worden opgezocht of door de leveranciers van bepaalde bouwstoffen wordt opgegeven.
In de tabel staan diverse materialen en hun uitzettingscoëfficiënt vermeld. Hierin is duidelijk te zien dat er grote verschillen zijn tussen de uitzettingscoëfficiënten van de diverse materialen. Zo zetten kunststoffen ten opzichte van glas 8 à 10 keer meer uit. In de rechterkolom van de tabel staat aangegeven wat de uitzetting/krimp van het materiaal is bij een lengte van 1 meter en een temperatuurverschil van 100°C. Met deze gegevens kan uitgerekend worden hoeveel mm werking een bepaald constructiedeel ondergaat bij een in de praktijk voorkomend temperatuurverschil.

Voorbeeld: uitzetting van een betonplaat van 5 meter lengte.

In de praktijk zal de maximale temperatuur van het beton +30°C bedragen en de minimale temperatuur -10°C. Het temperatuurverschil is dus 40°C.

  • 1 meter beton/100° temperatuurverschil = 1,2 mm werking.
  • 5 meter beton/100° temperatuurverschil = 6,0 mm werking.
  • 5 meter beton/40° temperatuurverschil = 2,4 mm werking.

De juiste breedte en diepte van de kitvoeg

De berekende werking bedraagt dus 2,4 mm. Deze werking komt ook op de voeg. Wordt deze voeg afgedicht met een elastische kit die max. 25% duurzaam toelaatbare vervorming kan ondergaan, dan moet de minimale voegbreedte (100/25) x 2,4 mm = 9,6 mm zijn. Naast de juiste voegbreedte, is ook de juiste voegdiepte van belang. Deze diepte is afhankelijk van de breedte en kan volgens de volgende formule berekend worden:
voegdiepte = (voegbreedte/3) + 6 mm.

Bij een voegbreedte van 18 mm is de juiste voegdiepte: (18/3) + 6 mm = 12 mm. Om de kit in de juiste dikte (diepte) in de voeg aan te brengen, wordt gebruikgemaakt van een rugvulling.

De juiste rugvulling voor een kitvoeg

Als rugvulling zijn materialen geschikt die minder sterk zijn dan de kit zelf en die de kit tijdens het samendrukken of uitrekken niet in zijn bewegingen belemmeren. Meest geschikt zijn:

  • Zwaluw PU-rondschuim (open cellig).
  • Zwaluw PE-rondschuim (gesloten cellig).

De ronde vorm van het schuim creëert een gunstige voegdimensie, met relatief grotere hechtoppervlakken ten opzichte van de dunnere laag in het midden van de kitvoeg. Over het algemeen wordt PU-rondschuim toegepast in niet-mechanisch of waterbelaste voegen zoals gevelvoegen.

PE-rondschuim wordt gebruikt in mechanisch of met waterbelaste voegen. PE-rondschuim is kritischer in gebruik dan PU-rondschuim. Zo kan bij beschadiging van de PE-rondschuim cellen tijdens het aanbrengen in de voeg een drijfgas vrijkomen, dat blaasvorming in de kitvoeg kan veroorzaken. Ook eventuele luchtopsluiting tussen het schuim en de kit kunnen als gevolg van directe zonnestraling blaasvorming tot gevolg hebben.

Let op:

Rugvullingen in de vorm van houten latten, rubberslangen, 1-component polyurethaanschuim, etc. zijn voor dilatatievoegen niet geschikt. Ook polystyreenschuim is als rugvulling minder goed bruikbaar, vooral als een hechtprimer in de voeg moet worden toegepast. Het polystyreenschuim kan namelijk door de hechtprimer worden opgelost.

PE-schuimband of PE-folie als rugvulling

Is de diepte van de voeg te gering om een rondschuim toe te passen? Dan kan gebruik gemaakt worden van zelfklevend PE-schuimband (bijvoorbeeld in een dikte van 2 mm) of een PE-folie. De uitgeharde kit hecht niet op polyethyleen, waardoor driezijdige hechting wordt voorkomen en de kit zich vrij in de voeg kan vervormen.

Kort samengevat:

Kies de juiste voegbreedte, -diepte en rugvulling voor optimale werking van bouwconstructies. Door rekening te houden met thermische uitzetting en krimp van materialen, voorkom je overbelasting van afdichtingsmateriaal. Gebruik geschikte materialen zoals PU-rondschuim of PE-rondschuim als rugvulling voor een duurzame en effectieve kitvoeg. Let op: vermijd materialen die de kit kunnen belemmeren of problemen veroorzaken, zoals polystyreenschuim.

Top